woensdag 28 maart 2012

zij en het noorden

te levendig voor het noorden te snel te vlot veel te vrolijk het noorden een terughoudend iets kende het niet vond het maar niets in het openbaar nee schudden in het hart oplichten van die onbedachtzame puur vrolijke lach ach zo uitbundig je gevoelens en gedachten delen met iedereen is wat in het behouden noorden bijna niet mag. toch wat een gemis toen zij het noorden verliet weg was al dat zo levendigheid een groot gat wat zij achterliet.

soms hou ik niet van hoofdletters en punten enzo dus ik kalk het dan maar neer en laat het maar zo:)))))))))))))0

zaterdag 24 maart 2012

zuster Aldonze

Zuster Aldonze.


Zij kwam aanlopen met haar waggelende tred. Haar collega's begroeten haar met een lach die ze drievoudig in warmte terug ontvingen met de welgemeende vraag: hoe gaat het vandaag met jou? Ze nam hier altijd tijd voor zo was zij. Ook nam zij altijd ruimschoots de tijd om nog even bij de kinderafdeling langs te gaan een half uur voor de aanvang van haar dienst, in haar pauzes en een half uurtje na dat haar dienst erop zat..
Ook dit keer liep zij naar de kinderafdeling toe.
Vele kinderen keken op toen zij binnenkwam zo ook Josje hoewel hij haar niet kon zien hoorde hij haar aankomen en er verscheen altijd een brede lach op zijn gezicht.
Ook de andere kinderen liepen altijd snel naar haar toe pakten haar handen vast omvatten haar middel die zo breed was dat er vele kinderen hun armen omheen konden slingeren.
Zij lachte hartelijk aaide vele kinderen over hun bol en zei: kom kleintjes laten wij even bij de tafel gaan zitten.
Zij liep met de kinderen om haar heen naar de stoel bij de tafel en tilde de kleinste op schoot.
Laat mij jullie eens even bekijken, oh Marjoleintje jouw huidje wordt alweer heel mooi klein prinsesje zei ze tegen het meisje dat verschrikkelijke littekens van een naar ongeluk op haar gezichtje droeg.
En Josje jij kunt al echt goed lopen met je stok. Wat heb ik gehoord? Krijg jij een kameraadje om jou te helpen met de weg te vinden? Wel jammer dat die laatste operatie niet zo goed gelukt is hé? Maar, Josje jij krijgt nu wel die hond die jij zo graag wilde.
Josje draaide zijn gezicht naar haar toe en zei: ja zuster Aldonze, ik vind het heel erg. Als het gelukt was dan had ik met één oog kunnen zien maar dan kreeg ik geen hond en dat had ik ook heel erg gevonden. Zij stond op en liep even naar hem toe gaf hem een dikke knuffel en zei: Josje, jij zult je altijd goed redden of je nu kunt zien of niet jij bent lief aardig sterk en wordt een fijne man.
Zij keek ineens naar het bedje waar een nieuw kindje lag en liep erheen. Wie hebben wij daar? Zei zij, jij bent hier nog maar net hé? Zij wilde het kind zachtjes over de wang strijken. Het kind draaide zich van haar weg en kromp ineen.
Is goed kleintje zei zij zachtjes is goed komt vanzelf.
Zij liep nog even naar de andere kinderen knuffelde ze allemaal en toen was de tijd voor een verhaaltje niet zomaar één maar eentje waar ze van konden leren een verhaal dat hun moest voorbereiden op de harde werkelijkheid die buiten op hun wachtte.
Er werd veel gelachen en ineens was het tijd om naar haar eigen afdeling terug te lopen en haar werkzaamheden te hervatten.
En in dat bedje lag een kind met de rug naar haar toe verlangend naar die vriendelijke stem die fijne lach die warmte die door haar uitgestraald werd.
Het kind draaide zich niet om, en ja het duurde lange tijd voordat zij die warmte toeliet.
Zuster Aldonze begreep het wel zij had dat vaker meegemaakt, sommige kinderen waren niet alleen door een ongeluk beschadigd maar waren ook hun vertrouwen in de volwassenen kwijtgeraakt.
Waarschijnlijk ook dit kind.
Zuster Aldonze had alle tijd van de wereld.




Het kind

Blauwe plekken


Ik ben gevallen vertelde zij met zachte stem
Mijn hand kwam tussen de deur en zat klem
Grote onschuldige ogen verlegen kijken ze je eventjes aan
Een beetje angstig blijft dat kind voor je staan. 
Angstig onzeker de voetjes schuifelen onrustig over de grond
Duizenden excuses voor de blauwe plekken komen uit haar mond
Het kind zag best hoe jij dit alles slikte als zoete koek
Ach ja, het is al zolang al haar vertrouwen in de mensen zoek
Dat kind dat kan niet meer in goedheid en vriendelijkheid  geloven.
En terwijl jij met haar praat zal ook het laatste vonkje van hoop snel uitdoven.


De dikke bongel.

Het kind liep angstig kijkend het schoolplein af. Een jaar of acht zal het geweest zijn.
Elke dag na schooltijd werd het opgewacht door een jongen uit de hoogste klas. Een jongen die hoogstwaarschijnlijk door de andere kinderen in zijn klas geplaagd werd en die in het kind het perfecte slachtoffer had gevonden om te plagen en te slaan.
Zo ook deze keer. Het meisje zag de jongen staan. Zij keek van links naar rechts zoekend naar iemand die haar kon beschermen nee, niemand en er was ook geen uitweg.
Zij trachtte helemaal niet meer om weg te lopen en zij bleef gelaten staan en liet het over zich heen komen de ogen gesloten.
Nadat zij verrot was gescholden en bont en blauw geslagen weerloos op de grond lag had de jongen er genoeg van en liep weg.
Het kind dat op de grond lag beefde van woede en pijn en het duurde even voor zij opstond. Zij wilde wachten tot de jongen geheel uit het gezicht was verdwenen.
Zij keek hem vanuit haar ooghoek na.
Zij stond op en ging naar huis om daar de woede van haar oma in ontvangst te nemen over hoe zij eruit zag. Stilzwijgend liet zij ook dat over haar heen komen.
Zij ging zich wassen en omkleden en nam haar hond mee naar buiten haar vriend haar alles. Zij dacht ik blijf lekker weg heel erg lang.
Zij wandelden naar de speelplaats toe en voor zij het wist stond ineens die jongen weer voor haar neus scheldend en dreigend haar te slaan haar hond gromde en de jonge haalde uit en gaf hem een paar harde schoppen en de hond kromp ineen.
Een man die langs wandelde riep ineens: hé joch laat jij dat kind en die hond met rust anders is het niet te best.
De jongen keek even op siste nog tegen het kind, ik krijg jou nog wel en rende toen heel snel weg.
Het kind boog zich vol angst en zorg over haar hond heen en kreeg meerdere malen een warme tong over haar wang net alsof de hond wilde zeggen, stil maar zo erg is het niet.
Haat pure haat kwam er in het hart van het kind jegens die jongen op. Niemand maar dan ook niemand mocht haar hond pijn doen.
Zij verzon meerdere manieren om wraak te nemen op het joch en er was één manier bij die zij besloot uit te voeren.
De andere dag na schooltijd stond het joch haar weer op te wachten en liet zij alles weer over haar heen komen haar gedachten waren bij de wraak die zij zou nemen. Zij wist, later tegen zeven uur dan zou hij naar voetbaltraining gaan en door het laantje omzoomd met bomen lopen.
Zij ging ditmaal niet naar huis nadat de jongen weggelopen was, nee zij ging naar het laantje omzoomd door bomen. Daar zocht zij vastberaden een dikke knoestige stok op een echte bongel zoals zij dat noemden.
Zij wachtte daar heel geduldig en goed verscholen tot zij het joch zag aankomen, klom een boom in en wachtte af het hart gevuld met haat.
Toen de jongen langskwam nietsvermoedend vrolijk fluitend toen liet zij de bongel nederdalen op zijn hoofd zo hard mogelijk. De jongen ging onderuit en zij klom de boom uit, liep naar hem toe keek op hem neer en zei: waag het nooit meer mijn hond te slaan of te schoppen nooit weer want ik pak je terug. Zij draaide zich om en liep naar huis nam haar hond mee voor een lange wandeling haar vriend.
Nooit meer had zij last van het joch daarna.
De haat in haar hart ebde gelukkig snel weg. Zo klein als zij was, zij wist haten had geen nut daar werd je alleen zo boos van dan bleef er niets moois over.

Lolo

Opeens moet ik denken één van mijn eerste honden Lolo noemde ik hem het was geen pup nee hij was al ouder en al voor een deel gevormd door zijn vorige eigenaar. Niet dat dat een probleem is want de meeste honden hebben als ze een liefdevol tehuis krijgen een verrassend goed aanpassingsvermoen. Ja, ze groeien als het ware naar je toe en op het eind lijkt het alsof je bent vervlochten tenminste zo gaat dat bij mij ze zijn een deel van mij.
Oeps ik dwaal af ik wilde vertellen over de eerste avond dat Lolo thuis kwam:)
Lolo was ergens net voor etenstijd bij mij gedumpt zijn baasje had er eerst nog over na moeten denken hij was ernstig ziek en het afscheid nemen viel zwaar heel begrijpelijk. Maar toen hij zover was moest het ook gelijk gebeuren omdat het zo pijnlijk was afscheid te nemen.
Zo kwam het dat er ineens aan mijn deur werd geklopt en een vreemde Lolo aan mij overhandigde een beetje beduust ontvieg ik hem.
Het was vreemd en onwennig voor ons allebei dus ik liet hem maar even bijkomen onderwijl tegen hem pratend ging ik rustig verder met het avondeten bereiden.
Ik pakte twee kommen een voor water en een voor de brokken die ik had aangeschaft en zette die voor zijn neus neer.
Het was toch plagen als ik zelf eerst ging eten en hij zou moeten wachten tot ik klaar was had ik bedacht.
Enfin, het eten was klaar en ik schepte mijn bord vol en wilde gemoedelijk bij de eettafel gaan zitten. Opeens zag ik tot mijn grote verbazing Lolo rechtop op de stoel tegeover mij zitten en hij keek mij aan met een verontwaardigde blik zo van he, waar blijft mijn bord nou? wat is dit? krijg ik geen warme hap?
Dit was een heel vreemd gezicht en ik zweer het je alleen een servet ontbrak er nog aan bij meneer.
Natuurlijk moest ik hem dat afleren dat was iets teveel van het goede maar die eerste avond dat was komisch en ik wilde maar dat ik daar een foto van had.

zaterdag 17 maart 2012

ochtengloren

En de morgen begon zoals de andere morgens waren begonnen. Langzaam brak het ochtendgloren door en de stilte werd verbroken door de vogels die ontwaakten. Een kostbaar moment ochtendgloren. Je heft je gezicht op alles lijkt nieuw vreemd en fris en voor je het weet stap je de nieuwe morgen binnen.
En alles is weer zoals het was.
Een teleurstelling? wie weet. Nee, het gevoel van bevreemding van verwachting van het frisse het nieuwe de hoop dat blijft niet hangen, dat vervaagt zoals altijd.
Alleen de geur van vers gezette net opgeschonken koffie die blijft lang hangen genietend snuif je de geur op.
Ochtendgloren een kostbaar geschenk.

donderdag 15 maart 2012

The traces of love we leave behind

A thousand times it seems before i started my journey i did laugh
A thousand times it seems my feet did walk this same path
A thousant times it seems i thought i already have been here before
A thousand times it seems and always my feet bring me back to the same door
A thousand times it seems you can follow the important track back into the past that is coverd with love along the way.
Love was there in the begining love was there at the end.
Yes giving and recieving love that is what makes us human,
those feelings makes we want to hold on wanting to stay.
Makes us not only cold stone figures made out of clay.