donderdag 7 juli 2011

Opgesloten in de kelderkast

De grote broer moest op zijn kleine zusje passen. Een rotkarwei vond hij dat. Dat kind zat vol met vragen en liep de hele tijd te zingen, terwijl hij juist rustig muziek wilde luisteren.
Vanavond maakte zij het wel erg bont, dat liep maar te zingen en wilde totaal niet luisteren. Hij ergerde zich groen en geel en kwam ineens op een idee. Een paar uurtjes in de kelderkast dat zou haar goed doen. Zou ze leren luisteren en hij zou rust hebben.
Hij riep zijn zusje en vroeg haar iets uit de kelderkast voor hem te halen. Goed hoor, antwoordde zij en vrolijk zingend liep zij naar de kast om een duw in haar rug te krijgen en daarna ging de kast dicht de sleutel werd omgedraaid en het werd donker.
Geschrokken draaide zij zich om probeerde de deur open te duwen maar hij ging niet open.
Zij riep haar broer maar er kwam geen antwoord en zij hoorde alleen de voetstappen die de trap opliepen. Zij riep nog een paar keer en sloeg en trapte verwoed tegen de deur die zij niet open kreeg. Na een tijdje gaf zij het op en ging met haar rug tegen de deur zitten.
Ze werd helemaal stil en trok zich helemaal in haar zelf terug gedachten vlogen rond in haar hoofd.
Na een wat in haar gevoel een eeuwigheid was stond zij op en taste de planken af. Ten eerste vond zij een pak koeken dat at zij helemaal leeg zich niet afvragend of het lekker was maar gewoon ze at ze op. Daarna ging ze de flessen die op de grond stonden bij langs en de enige fles fris die er stond dronk ze leeg en ook vond ze nog een zak snoep. Helemaal vol ging ze weer zitten met haar rug tegen de deur. Huilen deed ze niet dat had geen zin, dat zou niets uit maken. Net zomin het vertellen aan haar omi of opi. Nee, dat zou ook niet helpen ze moest gewoon de tijd in die kast zien uit te zitten.
Na een tijdje viel zij in slaap en toen haar broer eindelijk de deur opende viel zij achterover. Haar broer schold op haar omdat zij de koekjes en snoepjes voor die week helemaal had opgegeten en de fles fris soldaat had gemaakt. Zijn zusje keek hem aan en zei niets stond op en ging de trap op naar haar kamertje en naar bed. Eenmaal op bed kwam er ineens een glimlach om haar mond. Zij had buikpijn, erge buikpijn maar haar wraak was zoet. Hij zou toch de schuld krijgen dat wist zij en hij zou niets ertegen in durven brengen. Want dan zou hij moeten vertellen en uitleggen hoe het allemaal gebeurd was.
En juist dat zou hij van zijn lang zal zijn leven nooit doen. Zij viel in slaap met een lach om haar mond maar had s’ nachts de ergste nachtmerries.











Geen opmerkingen:

Een reactie posten