maandag 3 oktober 2011

Een raar kind

Een raar kind.
Zij was op weg naar school toen zij het vogeltje op de grond zag liggen helemaal bewegingloos. Zij ging op haar hurken bij het vogeltje zitten.
De oogjes waren open en zagen niets meer het vogeltje was dood.
Zij streek met haar vinger voorzichtig over het kopje.
Groot verdriet voelde zij. Tranen liepen over haar wangen bij de gedachte dat het vogeltje nooit meer vrij en blij zou vliegen.
Zij besloot het vogeltje te begraven zij zou het daar niet laten liggen dat was te erg. Gauw liep zij naar huis terug om een schepje te halen en het kruisje dat zij van haar opa had gekregen.
Met het schepje in haar hand liep zij terug naar het vogeltje zich niet storend aan de schoolbel eerst het vogeltje en dan kwam school aan de beurt.
Zij groef een grafje voor het vogeltje en legde het diertje daar zachtjes in nog een keertje het kopje zachtjes strelend. Daarna dekte zij het grafje met zand toe. Daarop kwam het gouden kruisje van opa.
Zij stond daar en dacht ik moet iets zeggen zodat het vogeltje niet vergeten wordt. Zachtjes zei ze: dag vogeltje ik vond jou lief jammer dat je nooit meer vliegen kan welterusten. Vanmiddag kom ik even bij jou hoor en morgen ook daaag.
Zij draaide zich om en liep naar school.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten