zaterdag 24 maart 2012

De dikke bongel.

Het kind liep angstig kijkend het schoolplein af. Een jaar of acht zal het geweest zijn.
Elke dag na schooltijd werd het opgewacht door een jongen uit de hoogste klas. Een jongen die hoogstwaarschijnlijk door de andere kinderen in zijn klas geplaagd werd en die in het kind het perfecte slachtoffer had gevonden om te plagen en te slaan.
Zo ook deze keer. Het meisje zag de jongen staan. Zij keek van links naar rechts zoekend naar iemand die haar kon beschermen nee, niemand en er was ook geen uitweg.
Zij trachtte helemaal niet meer om weg te lopen en zij bleef gelaten staan en liet het over zich heen komen de ogen gesloten.
Nadat zij verrot was gescholden en bont en blauw geslagen weerloos op de grond lag had de jongen er genoeg van en liep weg.
Het kind dat op de grond lag beefde van woede en pijn en het duurde even voor zij opstond. Zij wilde wachten tot de jongen geheel uit het gezicht was verdwenen.
Zij keek hem vanuit haar ooghoek na.
Zij stond op en ging naar huis om daar de woede van haar oma in ontvangst te nemen over hoe zij eruit zag. Stilzwijgend liet zij ook dat over haar heen komen.
Zij ging zich wassen en omkleden en nam haar hond mee naar buiten haar vriend haar alles. Zij dacht ik blijf lekker weg heel erg lang.
Zij wandelden naar de speelplaats toe en voor zij het wist stond ineens die jongen weer voor haar neus scheldend en dreigend haar te slaan haar hond gromde en de jonge haalde uit en gaf hem een paar harde schoppen en de hond kromp ineen.
Een man die langs wandelde riep ineens: hé joch laat jij dat kind en die hond met rust anders is het niet te best.
De jongen keek even op siste nog tegen het kind, ik krijg jou nog wel en rende toen heel snel weg.
Het kind boog zich vol angst en zorg over haar hond heen en kreeg meerdere malen een warme tong over haar wang net alsof de hond wilde zeggen, stil maar zo erg is het niet.
Haat pure haat kwam er in het hart van het kind jegens die jongen op. Niemand maar dan ook niemand mocht haar hond pijn doen.
Zij verzon meerdere manieren om wraak te nemen op het joch en er was één manier bij die zij besloot uit te voeren.
De andere dag na schooltijd stond het joch haar weer op te wachten en liet zij alles weer over haar heen komen haar gedachten waren bij de wraak die zij zou nemen. Zij wist, later tegen zeven uur dan zou hij naar voetbaltraining gaan en door het laantje omzoomd met bomen lopen.
Zij ging ditmaal niet naar huis nadat de jongen weggelopen was, nee zij ging naar het laantje omzoomd door bomen. Daar zocht zij vastberaden een dikke knoestige stok op een echte bongel zoals zij dat noemden.
Zij wachtte daar heel geduldig en goed verscholen tot zij het joch zag aankomen, klom een boom in en wachtte af het hart gevuld met haat.
Toen de jongen langskwam nietsvermoedend vrolijk fluitend toen liet zij de bongel nederdalen op zijn hoofd zo hard mogelijk. De jongen ging onderuit en zij klom de boom uit, liep naar hem toe keek op hem neer en zei: waag het nooit meer mijn hond te slaan of te schoppen nooit weer want ik pak je terug. Zij draaide zich om en liep naar huis nam haar hond mee voor een lange wandeling haar vriend.
Nooit meer had zij last van het joch daarna.
De haat in haar hart ebde gelukkig snel weg. Zo klein als zij was, zij wist haten had geen nut daar werd je alleen zo boos van dan bleef er niets moois over.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten